Benjamin Kunkel in
the paper of record:
For the Romantics, you lost your way in life not when you began to take drugs, leak self-esteem or be ill-used by your intimates. For them, the crisis was immediate and general: to be a functioning adult in a corrupt society was to be far gone already. They sought a return not to mere sanity, but to a state of being that had scarcely yet existed. Psychologically and politically, the young Romantics were revolutionaries. Indeed, the culture of secular autobiography and the ideal of radical democracy emerged roughly together: now it was up to the individual to say what a good life might be and how society might allow one.
(...)
But where is the contemporary writer reporting honestly, ambitiously and without therapeutic cant or smug self-help recipes on his or her effort to live a proud and decent life? Contemporary memoirists have taught us mostly how to survive. They haven't begun to teach us how to live.
Somehow it still seems brave to admit between the covers of a book to all that has gone wrong with us, when in fact nothing is more customary. No taboo appears to constrain the memoirist — except the taboo on aspiration, for oneself or one's society.
(...)
So it is that we live in a rich and free country, full of striving individuals chasing comfort and distinction, whose autobiographical literature tells us that helpless addiction and passive suffering are the most meaningful experiences you can have. On the one hand, everyone suffers, so there is a certain comforting equality in this. On the other hand, suffering is the sole thing you can do extravagantly without people resenting you. In a society less egalitarian by the day, we pretend to a curious democracy of trauma.
Net als Kunkel begin ik er steeds meer van overtuigd te raken dat de belangrijkste keuze vandaag die is tussen a) een consumptieliteratuur -- zoals Kunkel die hier beschrijft in een van haar populairste vormen: de mémoire of (semi-)autobiografische roman -- en b) een bepaalde herwaardering, een reaffirmatie
if you will, van de Romantiek. Nee, niet Romantiek in de betekenis die tegenwoordig zo vaak aan dat woord wordt gegeven -- en waarvoor betere termen als (Neo-)Biedermeier, nihilisme of narcisme beschikbaar zijn --, maar Romantiek in de eenvoudige zin van
seculier verlangen. Literatuur als seculier verlangen. Dát dus of literatuur als prestigieus consumptie-artikel: mooie boeken, ontroerende boeken, knap geschreven boeken... Boeken waar geen enkel verlangen uit spreekt dan het verlangen te behagen, te zwelgen, te feliciteren...
Nee, dit is niet per se een argument voor "subversieve" literatuur. Sommige lezers, zoals bekend, kun je niet beter behagen dan door hun vooronderstellingen te ondermijnen; zij vinden hun vooronderstellingen altijd met buitengewoon plezier weer terug aan het eind van de rit. Een bepaald soort postmodernisme is pure nostalgie verkocht als kwajongensstreek.
Het meest "subversieve" dat je vandaag als schrijver kunt doen is misschien minder het ontregelen van een of alle bestaande regels, dan het opstellen van
nieuwe regels. Aspiratie, ambitie, verlangen: dáárop lijkt het grootste taboe te rusten. Dit taboe doet zich bijvoorbeeld voor als verfijnde ironie -- het ongeloof in de substantialiteit van grote verlangens -- of als vulgair sentimentalisme -- de kleinburger of universele consument die eist dat elk verlangen wordt ingezet voor zijn persoonlijke ontroering/entertainment. (De analogie (compliciteit?) met de huidige liberaal-democratische consensus lijkt me overigens evident: elk maatschappelijk verlangen dat de wil-tot-soepel-functioneren overstijgt zou automatisch leiden tot de Goelag etc. etc.)
Oké, dit blijft allemaal erg schetsmatig. Maar hier is een geluidsopname (!?) van Walt Whitman:
(God weet waarom ze juist
die regels hebben opgenomen...)