Send As SMS

donderdag, juni 15, 2006

DICHTERSALFABET: De G van Goudeseune

Helemaal tot aan het eind kan ik één liedje op de piano spelen.
Aha. Welk liedje is dat dan?
'In a sentimental mood' van Duke Ellington.
Oké.

Eén liedje.
Dat zeg je.
Vraag mij iets simpels te spelen en ik speel dat liedje.
Dat lijkt me wel, als je maar één liedje helemaal kunt spelen.
En hou er daarnaa mee op.
Als je een liedje helemaal tot aan het eind gespeeld hebt, dan houdt het op.
(Ellington zei ooit: ik kan pas voor iemand schrijven als ik weet
hoe hij pokert.)
Dat heb ik ook ooit ergens gelezen, meen ik.
Maar 'In a sentimental mood' van Duke Ellington,
Dat liedje dus. Overigens, als "maar" verwijst naar de vorige opmerking, dan had je die misschien niet tussen haakjes moeten zetten.
dat kan ik desnoods nu spelen,
Voor mij hoeft het niet per se.
nu ik zo publiek aan het dichten ben.
Dichten is een breed begrip. Op een dag worden we wakker en het hele leven zal doortrokken zijn van absolute Poëzie.
En public ben ik in een sentimentele bui, privé ben ik gewoon.
"Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg," zeggen we in Holland.

("Luister niet naar mij")

Ai, te laat.

Dit is niet het meest stompzinnige gedicht ooit geschreven. De titel staat natuurlijk bóven het gedicht, dus het is mijn eigen stomme schuld dat ik niet naar de waarschuwing heb geluisterd. Het is ook geen op arbitraire wijze in regels verdeeld proza. De regelafbreking valt steeds zorgvuldig samen met een syntactische pauze. En er staat geen enkel cliché in het gedicht. Er staat zelfs bijna helemaal niets in. De bundel heet niet voor niets Zen uit eigen werk (Atlas 2005).

De gedichten zijn een soort zen-spam. Zoals sommige spamberichten volkomen mysterieus blijven in hun intentie, zo mailt Koenraad Goudeseune ons over zaken die hem blijkbaar en mij zeker onverschillig laten. Er komen nogal wat borsten in de bundel voor, maar ze hangen er alle melancholisch en onaanraakbaar bij. Natuurlijk is er de verloren tijd, de herinnering, de foto, etc. Maar "ontploffen deed er niets".

Misschien lijd ik aan een terroristische persoonlijkheidsstoornis, maar ik vind het toch altijd wel fijn dat er ergens iets, op wat voor wijze dan ook, ontploft. Of niet "fijn", maar eerlijk. Ik houd van een poëzie die erkent dat er altijd wel ergens iets, op wat voor wijze dan ook, ontploft of op ontploffen staat. En dan bedoel ik niet mijn overvolle spamfolder.

*

En voordat de middelmatigheidsmilitie op mijn deur komt kloppen: ik ben mijn broodjeszaak aan het inrichten.

*

ANDER ONDERWERP. Voor abonnees van De Groene Amsterdammer: Kees 't Hart over Ongerijmd succes. Het stuk is als recensie misschien wat incoherent, maar in alle andere opzichten erg onderhoudend:

Wat dit gesloten kastesysteem voor de poëzie van de driehonderd getrouwen
betekent, heb ik mogen beleven toen ik afgelopen jaar als jurylid van de Ida
Gerhardt Prijs 2006 zo ongeveer alle officiële dichtbundels van de afgelopen
twee jaar heb gelezen: meer dan 140 bundels. Allemaal postmodern. Nou vooruit,
op tien na. Ik bedoel: allemaal last van onzekerheid, allemaal in verwarring,
allemaal rijmloos, allemaal schrijven dat taal niet alles is, allemaal wel eens
een filosofieboek gelezen, allemaal kenner van de Antieken, allemaal veel wit
tussen de regels, allemaal het Handboek voor de Poëzie van de Vijftigers uit het
hoofd geleerd, allemaal dezelfde rare afgebroken zinnen die je niet snapt,
allemaal een beetje verdrietig, allemaal piepkleine waarnemingen belangrijk
vinden, allemaal niet meer christelijk, allemaal poëzie heilig vinden, allemaal
weltschmerz, allemaal spleen, allemaal dezelfde romantische voorgangers
bewieroken (Rimbaud!), allemaal Plato-liefhebbers, allemaal van dezelfde kunst
houden, allemaal jong geweest en nu oud geworden, allemaal hetzelfde jargon. Nou
vooruit, op tien na. Allemaal tegen het kapitalisme, allemaal aardig voor dier,
mens en milieu, allemaal bezorgd, allemaal tegen verloedering, allemaal ernstig,
allemaal dromen van rust en stilte, allemaal sociaal-democraat.

Gadverdamme.

Plus: Wil Melker!

5 Comments:

Anonymous said...

Helemaal tot aan het eind kan ik één liedje op de piano spelen.

Bedoelt hij een liedje uit zijn hoofd op de piano spelen? Het maakt heel veel uit of je een liedje uit je hoofd kent, of van bladpapier spelen.

Ik hoop dat het het Hollandse liedje is: "Boer, wat vind je van mijn kippen, boer wat vind je van mijn haan"....
Zo schrijven dichters en essayisten maar al te vaak over elkaar. Dit verklaart het verschijnsel van de eenduidigheid, eenzijdigheid (allemaal op dezelfde school geweest, dezelfde meesters). Dichten moet je langs de rand van de wereld m.i.


Hedendaags poezie: moeten er nu ineens woorden ontploffen? Als bommetjes? Er bestaat toch ook nog zoiets als implosies, innerlijke ontploffingen waar genoeg gedichten over bestaan zonder vuur, lava. Een gedicht heeft een kern, zei H.C. ten Berge gisteren in Maastricht (Poetry Maastricht) ivm commentaren op poezie, die alleen vanuit de buitenkant iets beschrijven kunnen worden.
In elk gedicht gaat het om een kern m.i. (ontplofbaar of niet).

De vraag is: wat is de kern?

9:23 AM  
Jeroen Mettes said...

Het was maar een metafoor(tje)... Net als "kern" trouwens. Een gedicht heeft natuurlijk helemaal geen binnenkant. Een gedicht is gewoon een opeenvolging van woorden, regels, zinnen, betekenissen... Elke "kern" die daarin wordt aangetroffen komt op conto van de ruimtelijke verbeelding van de lezer. Paradoxaal genoeg kan een "kern" dus alleen van "buitenaf" aan een gedicht worden opgelegd.

P.S. Het liedje is dus dat liedje van Duke Ellington. Dat ene liedje. Van Duke Ellington. Dat hij helemaal tot aan het eind kan spelen. Zelfs nu.

1:10 PM  
Jeroen Mettes said...

Als je hem dat zou vragen.

1:11 PM  
Jeroen Mettes said...

Om dat liedje te spelen.

1:11 PM  
Jeroen Mettes said...

(Eigenlijk is de herhaling het aardigste in het gedicht. Ik ben weer wel wat streng geweest. Misschien.)

1:13 PM  

Een reactie plaatsen

<< Home