Send As SMS

maandag, april 24, 2006

DICHTERSALFABET: De E van Enquist

Anna Enquist (1945) is een van de bekendste schrijvers in de hedendaagse
Nederlandse literatuur.
Neem het niet van mij aan, maar van de flaptekstdivisie van de Arbeiderspers. Haar Verzamelde gedichten kunnen niet alleen in de poëziekast van uw boekhandel worden aangetroffen, maar eveneens bij de romans. Haar faam is een feit. Ze schrijft niet alleen gedichten, maar is een heuse schrijver. Voor de zekerheid plaats ik hiernaast een foto van Anna Enquist, zodat u haar in het vervolg kunt herkennen als zijnde een van de bekendste schrijvers in de hedendaagse Nederlandse literatuur.

Ik ben een beetje flauw. Dit is in ieder geval een helder statement voor een bundelflap; waarschijnlijk te verkiezen boven werk in de trant van:

Een rondvaartboot vol roodverbrande lijven passeert, hersencellen smelten in de
straling van mobiele telefoons, Taksims Pizzalijn bezorgt een folder. Wie is de
vloeibare jongen? Het blijft onduidelijk, maar de werkelijkheid is complex, en dat is poëzie.
Maar toch... Voor wie is die mededeling nu bedoeld? Voor de kluizenaar die niet weet wie Anna Enquist is? Oké. Ik weet niet wie Anna Enquist is. Wat leer ik over haar? Ze is bekend. Maar waarom is ze bekend? Nogal logisch, volgens de tekstschrijver:

Met haar gedichten, romans en verhalen verwierf ze een groot lezerspubliek.

Juist.

Waarschijnlijk is de tekst in kwestie gericht op lezers die normaal geen poëzie lezen. In dat geval is de correcte vertaling:

Jawel, Annelies, dit is de Anna Enquist over wie je gehoord hebt. Ze is bekend. Als
je haar leest hoor jij, als oningewijde Overijselse huisvrouw, voor even bij de
culturele elite zonder verdere concessies te doen.

Anna Enquist is chic op de manier dat Jane Campion films chic zijn: gemakkelijk te consumeren high culture. Je zou haar karakteristieke hoofd als buste in je huiskamer neer willen zetten, gewoon om gasten op te laten merken: "Hé, dat is toch Anna Enquist, een van de bekendste schrijvers in de hedendaagse Nederlandse literatuur?" Misschien is ze de vrouwelijke Harry Mulisch, hoewel de laatste wat moeilijker wordt gevonden omdat hij een man met een pijp is.

Hoe het ook zij, ze kan wel degelijk schrijven. Ze heeft een muzikaal oor en houdt van alliteratie en binnenrijm. Dat leidt soms tot rijmelarij:

Nu deze dag van een nieuw jaar,

nu zonder haar. Strijklicht grijpt

het verbroren land. Het is niet waar

("Omslag")

Maar niet vaak.

Ik heb het over de bundel De tussentijd trouwens (Arbeiderspers, 2004). Die gaat vnl. over het rouwproces, zoals de titel suggereert, en afdelingen als "Verloop van tijd", "Intussen" en "'Maak haar een plaats'". En niet het rouwproces in het algemeen -- een abstracter dichter had de bundel misschien Tussentijd genoemd --, maar een heel specifiek rouwproces: dat van een moeder om haar dochter. Enquist heeft, zoals iedereen weet, haar eigen dochter verloren, en je hoeft niet erg cynisch te zijn om in dat stukje human interest een reden te zien dat de bundel al aan de vijfde (?) druk toe is. Niettemin staat er geen "larmoyante kitsch" in De tussentijd, en zijn de gedichten zelden "gênant", zoals Piet Gerbrandy in een automatische reflex geconcludeerd moet hebben. Het is gewoon poëzie waar Gerbrandy niet zo van houd -- en ik in de regel ook niet --, maar kitsch is toch iets anders. Kitsch is bijvoorbeeld:

Jij bent er niet en ik kan enkel schrijven

mijn eenzaamheid in woorden op papier

zie sterren in de nachtelijke hemel drijven

waar jij nu bent, en ik blijf eenzaam hier

(Meer hier)

Deze gedichten zijn klassiek-modern, over het algemeen beheerst, evenwichtig. Beheersing is zelfs een belangrijk thema: "een masker van marmer bedekt / ons beestachtig gezicht" ("Niet"). Het cliché van een succesvol rouwproces -- het verlies "een plaats geven" -- ligt onder alle gedichten. Het verlies moet worden geëxternaliseerd, gerepresenteerd, voor-gesteld. Het doel is "het losmaken / van de dochter uit ons", tot ze een beeld is, een gedicht ("Sectie"). Allemaal zeer literatuurhistorisch en freudiaans verantwoord: een subjectief verlies wordt geobjectiveerd in de vorm van een kunstwerk en zo een plaats gegeven buiten het subject. De verlorene wordt niet vergeten, maar op een gezonde afstand geplaatst: "Ik blijf op anderhalve meter staan" ("Verzoek aan de schilder"). Blablabla, we worden er niet gelukkiger op, maar we gaan ook niet tenonder aan geïnternaliseerde woede (= Freuds definitie van melancholie).

De bundel is naar mijn smaak juist té beheerst, of liever: wordt te veel beheerst door een wil-tot-beheersing. We weten de uitkomst vanaf de eerste strofe van het eerste gedicht:

Verbaasd merkte de moeder

dat zij een menigte werd.

("Een menigte")

De bedoeling is dat de menigte weer bij elkaar wordt gedreven -- "hoeden" is Enquists werkwoord --, dat de orde wordt hersteld. Bovendien is de menigte in kwestie reeds volledig bepaald: "de weerloos-blije", "de verslagene", "de trieste", "de furie", "de wanhoopsmoeder"... We kennen de namen al, we hoeven ze alleen nog bij naam te roepen om ze samen te brengen. Echte wanhoop -- wanhoop die niet weet wát te roepen -- krijgen we nergens te zien. Er wordt geleden, maar de gebruiksaanwijzing van het rouwproces is in alle talen verkrijgbaar, en het defensiemechanisme is van te voren goed geolied:

een stevig vlies rond de zwellende

massa herinnerigen . . .

. . . Ik plooi me

roerloos om de kostbare

blokkentoren van gedachenis

. . . ik wacht

geduldig op de verlossing.

("Zwanger")

Het is een kwestie van geduld, maar de verlossing zal komen. Rouwen/schrijven volgens het boekje. Ik word er niet bang van. En in die zin raken deze gedichten, die zo duidelijk gebouwd zijn óm te raken, me niet.

4 Comments:

remco ekkers said...

Dag Jeroen,
ik kan het stuk over Jan-Willem Anker niet meer vinden op je blog. Gelukkig had ik het gecopieerd. Ik wil zeggen dat ik dat een knap en overtuigend stuk vind.

9:08 AM  
rvangogh@dds.nl said...

Over Enquist: volgens mij kenden haar eerdere bundels ook al diverse herdrukken. Ik denk dat het vooral de echt gevoelde gevoelens erachter zijn die tot die herdrukken leiden.
Haar beeldspraak is een illustratieve, waardoor kitsch voorkomen wordt – je zou die beeldspraak als voorbeelden kunnen beschouwen, illustraties en bij kitsch kent de beeldspraak zelf (op zichzelfstaande) een grote gevoelswaarde.

9:32 AM  
Jeroen Mettes said...

Remco: Dank je! Volgens mij staat het stuk in het juli 2005 archief. Dat waren tijden...

Ruben: In mijn (vage) beleving was er wat meer aandacht dan gewoon rond deze bundel vanwege het ongelukkige incident, dus nam ik aan dat etc. Maar wat bedoel je precies met de op zichzelf staande gevoelswaarde van kitschspraak? Ik weet niet of er achter kitsch geen echte gevoelens zitten... Waarom niet? Het is eerder zo dat de verhouding tussen het gevoel en de uitdrukking ervan asymmetrisch c.q. grotesk is, denk ik. Waardoor je als lezer het gevoel niet meer helemaal serieus kunt nemen... Maar dat wil niet zeggen dat het er niet is.

12:09 PM  
Ruben van Gogh said...

Kitsch is het betraande zigeunerjongetje – een projectie van gevoelens.
Een vergelijkbaar portret van je eigen kind met betraand gelaat is dan eerder een illustratie daarvan, en mijns inziens geen kitsch. Lastiger wordt het als je zelf zigeuner bent natuurlijk (dan wordt het een anoniem kitsch-portet, versus een portret van iemand met naam).

Mijn punt is meer dat ik al die meisjesgedichten op middelbare scholen – die goudeerlijke verjes vol ogen die bedrogen – geen kitsch zou willen noemen, omdat het echt zo gebeurd is. (Al die op rap-georienteerde ik-ga-je-pakken-gedichten van jongens dan weer wel.)
En ook al die vogels die zo vrij vliegen. En Anna Enquist, en ik bedoel dit niet eens negatief, zit op een heel chique niveau van ogen die bedrogen en niet op vogels die zo vrij rondvliegen.

12:39 PM  

Een reactie plaatsen

<< Home